Waarom biedt FIAT de Linea (Weekend) niet in Nederland aan?

12 juli 2016 – De FIAT Linea (foto) is de sedan-uitvoering (Berlina) van de in 2005 geïntroduceerde FIAT Grande Punto. Sinds 2007 maakt FIAT de Linea in Turkije en Rusland, en levert deze aan Brazilië, Zuid-Afrika en India. Ik zie in de Linea wat Renault (in 2004) in de Dacia Logan zag: een praktische, eenvoudige, ruime (kofferbak) en betaalbare auto op basis van beproefde techniek.

Ik kan me voorstellen dat er een markt is voor deze no-nonsense sedan. Maar dan wel in de Weekend-uitvoering. Een stationwagen dus. Ik denk er hardop over na. Lees om een idee te krijgen eerst deze review over de FIAT Linea.

Mijn gedachte ‘dat een type automodel wel eens iets voor de Nederlandse markt zou kunnen zijn’, komt niet zomaar uit de lucht vallen. Ik schiet weleens raak. Voorbeelden uit het verleden noemen zou flauw zijn, ze zijn immers niet meer te verifiëren met mijn stelling. Nou ja, de aankoop van een licht gebruikte 2007 Dacia Logan Sedan in 2007 is een bewijs van mijn geloof. Maar da’s alweer een flinke tijd geleden, de auto reed dapper door tot eind 2021.

Stationwagons in het B-segment: waar zijn ze?

Je kunt je afvragen wat een nieuw modaal automodel in het B-segment toe kan voegen aan het bestaande aanbod op de Nederlandse markt (ik schreef zomer 2016 dit blog over dit onderwerp). Als het om een update van een bestaand model gaat is het doorgaans wel duidelijk.

Een nieuwe Volkswagen Polo, de transitie van Peugeot 207 naar 208, een volgende generatie Ford Fiesta en de nieuwste Renault Clio zijn verbeterde versies van wat al jaren goed is (of althans, behoort te zijn). Auto’s die niet bij een publiek aanslaan verdienen namelijk geen follow up. De markt mot ze niet. They die out. Het recht van de sterkste.

Marktmissers

Voorbeelden van marktmissers zijn er te over. Kijk eens naar de afgelopen 25 jaar. Omdat mijn blog over een ‘nieuwe’ FIAT gaat – en de mogelijke relevantie voor de West-Europese markt – wijs ik naar een FIAT-product dat eens spraakmakend was en nu nog steeds menig wenkbrauw doet fronsen. Een compacte SUV-achtige waarvan ik zie waarom ie destijds (introductie 1998) niet echt raak schoot en waarvan ik snap dat liefhebbers hem (of haar?) nu koesteren: de markant vormgegeven FIAT Multipla.

Oh ja, leve de kleine ruimteauto…

In Zuid-Italië zag ik in de lente van 2016 meer Multipla’s rondrijden dan me lief was. Ik kwam ze zo vaak in het stads- en dorpsbeeld tegen dat de verschijning me niet eens meer opviel. Terwijl de auto hier in Nederland door een meerderheid zo lelijk wordt gevonden dat strak wegkijken een vanzelfsprekende reflex is. Sterker nog, het is de meest chique reactie want in discussie met tegenstanders (en mopperaars) gaan, levert doorgaans geen resultaat op. De Multipla is zoals de Engelsen het zeggen a marmite car.

Vooral in bruinig oranje en olijverig groengeel mag ik de Multipla graag bewonderen en ik prijs FIAT dat ze destijds de moed hadden om dit model te ontwikkelen en op de markt te brengen. Tot 2010, toen viel het doek. Succes of niet, zelfs 18 jaar na de introductie rijden ze nog vrolijk rond en doen ze trouwe dienst. Ook in ons land.

OK, de FIAT Multipla is misschien niet echt een modale auto. Daar is ie net iets te groot voor. Net als andere missers zoals de eerste generatie FIAT Croma (what’s in an name? en overigens een prima sedan), de ubersaaie Mietsjoebietsjie Charisma (charisma, really?) en de allang vergeten Subaru Legacy dat ook waren. We schuiven een segment naar beneden en komen uit bij gedrochtjes zoals de Peugeot 1007 (foto), waarvan ik niet hoef uit te leggen waarom ze niet echt omarmt werden.

Nieuw ontworpen sedans kom je in dit segment in Nederland zo goed als niet meer tegen. Wat ik op AutoTrader vind waren verkeerd ingevoerde gegevens die leidde naar hatchback-versies. En een verdwaalde Fiesta Sedan (best gaaf) en enkele courante VAG-creaties (SEAT Ibiza, Skoda Fabia).

 

Interessanter is het om te kijken naar auto’s die echt goed gelukt zijn en toch niet het succes werden wat de fabrikant ervan verwachtte. De Honda Jazz is zo’n voorbeeld. Net iets te duur, net iets teveel bejaarden-imago, qua maat ruimer dan de collega B-eetjes.

Overigens volkomen onterecht. Iedereen die met een in het afgelopen 25 jaar uitgebrachte B- of C-Honda reed kan mij niet van het tegendeel overtuigen. Daarvoor zijn ze net iets te eigenwijs en reden ze te goed. Die eigenwijsheid dien je overigens op te zoeken, want zoals het bij Honda hoort, is niets wat het lijkt. Misschien waren / zijn ze iets te prijzig. Ik weet niet waarom ze niet goed liepen.

Eigenwijs is niet altijd goed

Daihatsu verdween zelfs van de Nederlandse markt omdat de aparte modellen maar niet wilde aanslaan bij het grote publiek. Nu was het aanbod ook inconsistent en volkomen onduidelijk, niet geholpen door begripvolle dealers, niet al te kritische journaille en een vormentaal die lastig aansloot bij de wensen van de markt. Er kwam slecht over wat Daihatsu nu eigenlijk met hun proposities bedoelde. Ondertussen zijn gebruikte modellen uiterst gewild en voor een habbekrats te koop op de diverse marktplaatsen en in de showrooms van handelaren in gebruikte kleine auto’s. 

En terecht gewild, want de Sirion waarin ik mocht rijden toen ik in de lente van 2011 twee weken moest wachten op mijn nieuwe FIAT Punto MJT 1.3 bleek een fijne, best rappe, zuinige, ruimte-mini te zijn. Ik stelde me een jong gezinnetje met een krap budget en een druk leven voor die er bakken plezier mee kon hebben. Te weinig kopers van nieuwe auto’s zagen het net zo. 

Ik zeg wat ik wil

Ik hoop niet dat Suzuki iets dergelijks gaat overkomen en ook van het toneel verdwijnt. Maar dit terzijde. Lelijk doen over de onhandig gepositioneerde Kizashi waarvan de statistieken aantonen dat er welgeteld 159 verkocht zijn – in 5 jaar tijd, wow – zou flauw zijn. Van de onverwoestbare Swift kun je veel zeggen, maar niet dat ie het tegen verwachting slecht doet (helaas niet met kofferkont, het vorige model had wel een guitige sedan). Dankzij deze Polo/Ibiza/Fabia-concurrent staat Suzuki (in 2016) op de 18e plek in de autoverkoop Top-46, met een marktaandeel van 2,48%.

Terug naar FIAT (2016: 16e plek, 3,28%). Inmiddels 16 jaar na de introductie van de 3e serie Grande Punto (2005) rollen ook de Panda (2003) en 500 (2007) nog steeds van de fabrieksbanden (in 2016 dus…). Wonderlijk, FIAT lijkt in de minderheid als het gaat om modelvernieuwing voor de West-Europese markt. Never change a winning team, zeg maar.

Waar de grote autoproducenten om de paar jaar best flinke wijzigingen bij hun succesnummers aanbrengen lijkt FIAT genoegen te nemen met detailwijzigingen die de term ‘nieuw model’ nauwelijks verdienen. Autojournalisten mogen dan al jaren klagen ‘wanneer FIAT nu eens met iets nieuws komt’, ondertussen zijn de verkoopaantallen blijkbaar voldoende om het te houden bij wat het is. De aantallen voor dit jaar tot juli 2016: Punto (920, 0,23%), Panda (1348, 0,69%) en 500 (3651, 1,87%).

Inmiddels is er de Tipo…

Een voordeel voor de markt is dat men weet wat men krijgt. De modellen zijn zodanig uitontwikkeld dat de factor ‘vertrouwen’ ongetwijfeld een rol speelt in de aankoopbeslissing van de markt. En zeg nu eerlijk, ze zien er nog steeds best aardig uit.

Als ik een in januari 2016 gepubliceerd artikel van AutoWeekend over een FIAT Tipo Weekend lees (feitelijk de opvolger van de FIAT Linea) blijk ik niet de enige te zijn die de omissie van een compacte stationwagen in de FIAT-range – of überhaupt in het B-segment – opmerkt. En ja, je kunt als je ruimte wenst ook voor een mini-SUV kiezen.

Maar profileer je je daarmee niet heel scherp? Ik wil helemaal niet zo hoog in een auto zitten, ik wil ook guitig bedoelde designstrepen en de Mini Clubman is een B die me net iets te prijzig is om zo onder de arm mee te nemen. De FIAT Tipo (net als de Linea ca. 4,5 meter lang, 520 liter bagage) is overigens C-segment en wel van het ‘goedkopere’ soort. Zo denkt FIAT al een beetje Dacia, which is a good thing in my book.

Zoals ik het nu begrijp, is de sedan in Nederland leverbaar vanaf 19.000 euro en komt er dit jaar nog een Weekend-versie. Waarom FIAT koos voor de 1.4 benzine en 1.3 diesel en niet voor de fijne 1.4T begrijp ik niet helemaal.

De oplettende lezer zag ‘m al voorbijkomen: uw schrijver rijdt (2011 – 2019) in een Grande Punto diesel uit het wijnjaar 2011. Enige bias is mij niet vreemd en dit mag en kan, want er is geen fabrikant, magazine of platform die mij op de vingers tikt. Ik zeg wat ik wil en hoe ik het zie.

In het geval van de Grande Punto – de auto valt qua maat tussen de huidige Polo en Golf, erg slim van FIAT – vertrouw ik u graag de pluspunten van mijn auto toe: net ruim genoeg voor 4 volwassenen (we reden eens best comfortabel op en neer naar Kroatië), erg zuinig in het gebruik (alles meegerekend, inclusief parkeervergunning, verzekering, onderhoud en peut kom ik na 5,5 jaar en 153.000 km op 18 eurocenten per kilometer), betrouwbaar (ik negeer brandende marketinglampjes op mijn dashboard, dat mag ik van mijn meestermonteur Koos), comfortabel en stil (voor een auto van destijds net Eu 18K), rap genoeg (met 85 diesel PKs en 200 Nm, 185 kmh op de Autobahn, en mits van 4 identieke Continental Ecosloffen voorzien) en mooi (Maestro Giugiaro did a fine job, ik kocht nog net het eerste model met Maserati-muiltje).

Hoe zou de Linea / Tipo het in Nederland doen?

Wie goed naar de FIAT Linea kijkt ziet een Grande Punto Sedan. De nieuwere Tipo ziet er op de plaatjes net iets minder budget uit en neigt qua uitstraling in mijn ‘tiny mind’ zelfs naar een Ford Focus. Qua rijden en gebruik voorzie ik geen problemen en weinig reden die verkoop in ons land tegen kunnen houden. Behalve dan dat Nederland het niet zo op kleinere sedans heeft.

In formaatje BMW 3, Peugeot 408 en Mercedes C voegt een kontje luxe en status toe. De juiste badge wil de verkoop ook nog wel es bevorderen. In de maatvoering C en kleiner staat een kofferbak… blijkbaar ineens suf en saai. Vooruit maar dan. Op een enkele Renault Megane en Ford Focus na zie ik hier bijna geen modale sedans meer rijden. Dus ik heb een tip voor de Linea / Tipo: maak er een SW van, een estate of hoe heet dat in het Italiaans: Weekend dus.

Hoogst ongebruikelijk, ik weet het. Ik herinner me maar een handvol Italiaanse stationwagens in het compactsegment, zoals de FIAT Marea (eigenlijk een Bravo/Brava Weekend) en Palio Weekend. Wat verder terug in de tijd uiteraard de 500 Giardiniera en ook nog een uitzonderlijke Alfa Romeo (105-serie) Giulia stationwagen (waarvan ik er laatst 1 voor een halve ton te koop zag staan) en later de 33.

Hier ooit een Lancia Delta station gezien? Of een FIAT Ritmo station (Regata Weekend)? Compacte stations verkopen hier niet (meer). Italiaanse achter-uitbouw is voorbehouden aan de grotere modellen zoals de Lancia Lybra en de Alfa Romeo 156 en 159 Sportswagon. En toch denk ik dat een dergelijke versie in ons land zou kunnen scoren. Denk aan de (30 cm kortere, vergelijkbaar geprijste) Polo- en Fabia-varianten. Stilletjes hoop ik dat we snel klaar zijn met de SUV.

Hoe nu verder?

Een vernieuwde FIAT Linea werd onlangs (2016…) aan de Indiase markt voorgesteld en ik heb werkelijk geen idee wat de kansen kunnen zijn voor een Europese en Nederlandse introductie. Nu de markt gewend is aan de Grande Punto (en de opvolger Evo) lijkt de tijd rijp, niet voor de sedan maar wel voor een wagon. En dan zeker met de 1.4T van 123 pk en 210 Nm.

Daar moet toch een markt voor zijn? Geen idee of de net even hippere Tipo een schot in de roos gaat worden. Die heeft misschien toch net te weinig ‘Dacia’ in zich. Tijd voor een FIAT-budgetmerk? Stilletjes hoop ik er op…

Oh kijk, een artikel over A-, B- en C-segment FIATS op fiatgroupworld.com > ‘The new Aegea-family and its implications for the B-segment’. Ik las ‘m met interesse.

NB 1. Een maand later (midden juli 2016) kreeg ik nog geen reactie op mijn verzoek via social media aan FIAT Nederland: Hallo, wakker worden!

NB 2. Tijdens een zomervakantie (2016) in Portugal zag ik op de ring van Porto tweemaal een FIAT Linea Sedan rijden. De auto lijkt dezelfde verhoudingen als de Dacia Logan Sedan te hebben. Looking good!

NB 3. Youtube: 2017 Fiat Tipo hatchback review – via Carbuyer

NB 4. Kerst 2016 spotte ik in Gent een Tipo en ik was aangenaam verrast. Misschien geen ‘beauty queen’ maar wel een uiterst praktisch uitziende auto. Nogmaals mijn verzoek aan FIAT Nederland: Ik doe graag een rijtest en ben benieuwd naar mijn bevindingen. Geen reactie…

NB 5. Artikel ‘Should there be a new Punto?’ on fiatgroupworld.com / July 2nd 2021

NB 6. Tijdens onze lentevakantie 2022 in Portugal was het eindelijk zo ver: twee weken ‘genieten’ van een gehuurde Tipo station. Met dezelfde diesel als in mijn oude Puntootje. Het viel niet mee om de heuvelachtige (bergen zelfs) binnenlanden te bedwingen. Maar ik blijf erbij: in ons land had de Tipo een wereldhit kunnen worden. Leve de belastingen…  

Meer over compacte stations en sedans in deze blog: Houdt Nederland niet van compacte sedans?