“Agile is like playing jazz music.”

December 2020 – Kenmerken van Agile werken komen overeen met het uitvoeren van jazzmuziek.

In 2015 ontmoette ik Tony Zambito, de grondlegger van het Buyer Persona principe in marketing. Hij is het met me eens: improviseren, vakmanschap, elkaar vertrouwen, diepgaande kennis van de materie hebben, starheid en dogma’s vermijden en vooral met elkaar op ontdekkingsreis gaan en ruimte voor het experiment… De overeenkomsten tussen Agile werken en jazzmuziek zijn voor mij duidelijk.

Deze blog gaat over ‘schetsend werken’, discipline, lef en meesterschap.

Amsterdam, herfst 1993

Terug in de tijd. Ik verhuis van een HAT-eenheid in Delft naar een etage in Amsterdam-Zuid en ben ’s avonds afgepeigerd van een dag klussen. De suggestie van een bevriende drummer om een jamsessie te bezoeken en letterlijk en figuurlijk uit te blazen, neem ik dankbaar aan. Ik spreek met hem af en ‘s avonds fiets ik gewapend met altsaxofoon en verse rieten naar De Heeren Van Aemstel aan het Thorbeckeplein.

Met een angstig gezicht en wijzend naar het podium begroet mijn vriend me: “Loet van der Lee, Benjamin Herman en een virtuoze Argentijnse drummer: ik doe vanavond niet mee.”

Ik begrijp hem niet. Dit is een jamsessie. Wij zijn jazzmuzikanten. Het is de bedoeling dat lokale jazzcats elkaar op het podium ontmoeten en samen muziek maken. Kom op: ik ben hier niet gekomen om bier te drinken en te luisteren naar Ben en Loet. Ik doe mee. Punt.

Meedoen

Loet van der Lee ken ik op dat moment nog niet. Enkele maanden later vraagt saxofonist, kunstenaar en bandleider Armando Cairo mij als altist voor zijn bigband. Loet valt daar regelmatig in, vanwege een chronisch tekort aan trompettisten. Hij blijkt een regionale held en een waanzinnige blazer. Al snel koop ik zijn albums. Ben Herman ken ik uit het clubcircuit. Ik zag ‘m op Rotterdamse en Haagse podia. Al ruim dertig jaar een waanzinnige blazer.

Tijdens een biertje of twee genieten we van de American Songbook standards die in razend up tempo voorbij komen. Zo snel kan ik niet spelen. Maar ach, ik ken de tunes wel. Ik ken het jazz jargon. What could possibly go wrong?

In Delft, Den Haag en Rotterdam was ik OK op jamsessies, dus waarom hier en nu niet? Ik schroef mijn Meyer mondstuk op mijn Yanagisawa altsax en bevochtig een dik Vandoren Traditional riet. Kom maar op met die liedjes.

“There is no try just do.”

Yoda, Star Wars character

“Ken je Night in Tunisia?”, vraagt Loet me vriendelijk. “OK, in het tempo zoals op Our Man in Paris graag.” De original van Dizzy Gillespie is meteen de enige standard die ik enigszins ongeschonden doorkom. Zonder aankondiging fluistert Benjamin een volgende tune, kijkt de drummer aan en trapt af. Ik volg. Een andere keuze is er niet.

Volkomen outside worstel ik me melodisch door onbekende akkoordenschema’s van legendarisch repertoire, dat ik uiteraard van beroemde en beruchte opnamen ken. Mijn drummer ziet mijn gezwoeg aan en neemt een slok van zijn bier. Hij is blij dat hij zit en niet op het podium staat. Ik ben blij, ongemakkelijk en weet dat deze ervaring mij geen windeieren zal leggen.

Het is duidelijk dat ik die avond geen geschiedenis schrijf. Na een half uurtje wordt ik stilzwijgend als een held ontvangen door de bibberende groep collega amateur-musici die het schouwspel op veilige afstand gadeslaan. “Volgende keer jullie ook”, knipoog ik. Van binnen bibber ik minstens zo hard, leg mijn sax in de koffer en rook buiten een sigaret. “De tering…”

Doorblazen

Tot midden 2001 sla ik bijna geen lokale jamsessie over. In de Baccarat, met de legendarische Truus Engels (de zus van…) op drums. Op het podium van het krappe Geveltje, waar een sigaartjes rokende Herman de Wit (Herbie White) me aanspoort ‘een hele grote te worden’ terwijl hij stiekem Gitanes uit mijn sigarettendoosje steelt.

Op de gezellige zolder van De Badcuyp, waar een waanzinnige versie van de Miles Davis klassieker Jean-Pierre me nog helder voor de geest staat. Het oude Bimhuis, met Arnold Dooyeweerd, De Engelbewaarder, voor de vrijere geluiden, café Alto… Geweldige plekken waar geschiedenis werd geschreven.

Ik heb genoten van Amsterdam en Amsterdam genoot van mij. Met vallen en opstaan ploeg ik me ‘fail forward’ door jazz-standards en speel met honderden musici, van beginnende amateurs tot doorgewinterde profs. Ik neem demo’s op met eigen kwintet, speel jaren eerste altsax in de Jazzmania bigband van wijlen Peter Guidi en kom in binnen- en buitenland op festivals als LowLands en North Sea Jazz, in het Concertgebouw en iets mindere zalen.

Genietend en hard werkend kom ik verder. Stap voor stap, op weg naar beter.

“Rehearsal is the work, performance is the relaxation.”

Michael Caine, Actor

Mijn bakermat blijft de spontane ontmoeting van onbekende musici met bekend materiaal voor een nieuwsgierig publiek. Ongeschreven wetten en afspraken vormen de basis van een vertrouwensrelatie om met elkaar muziek te maken die nog nooit eerder gemaakt werd en daarom altijd nieuw zal zijn. Soms een teleurstelling, meestal best aardig en af en toe waanzinnig. Zo doen jazzcats dat.

“Mistakes there are none”
“A mistake may be an opportunity”

Miles Davis & Wayne Shorter

Met deze instelling ga ik de nieuwe eeuw in. De geboorte van twee dochters noopt mij tot rustiger activiteiten en bij voorkeur niet tijdens nachtelijke uren. Ik studeer met mate saxofoon (en speel een vroege zware Grassi sopraan en een bijzondere Buescher altsax uit 1926), kom musici tegen waarmee ik tracks en albums opneem (BeesAndUs), start een gelegenheidskwartet en speel jams met profs.

Mijn vierkante en overdonderende sound maakt plaats voor een meer Paul Desmond / Lee Konitz-achtige benadering. Zo sluit ik beter aan op de wensen en mogelijkheden van anderen. Uiteindelijk gaat het om wat ‘de ander’ wil.

Vergelijking met agile werken

Een lange aanloop naar een schijnbaar heel ander onderwerp. En toch ook helemaal niet. Vandaar ‘schijnbaar’… Want hoe verhoudt jazz spelen zich met agile werken?

Tijdens mijn Amsterdamse periode (1993-2003) bouw ik verder aan de fundamenten van mijn professionele carrière. Van grafisch ontwerper naar projectmanager en teamleider. Alles wat ik van muziek leerde, pas ik toe in mijn dagelijkse job. En, het werkt!

Agile werken heeft kenmerken die overeenkomen met het spelen van jazzmuziek. Ik had het er in 2015 over met Tony Zambito, de grondlegger van het Buyer Persona principe in marketing. Hij kwam toen over uit Buffalo (NY) om in Amsterdam enkele masterclasses te geven.

Improviseren, elkaar vertrouwen, diepgaande kennis hebben van de materie, geen vastomlijnde oplossingen hebben en met elkaar op ontdekkingsreis gaan… Toevallig dronken Tony en ik na een masterclass een biertje in jazzcafé Alto tijdens een optreden van Loet van der Lee. Het kan verkeren. Toeval bestaat niet.

Agile zoals ik het zie

  1. Itererend / kort-cyclisch werken
    Je stelt een doel en werkt er naartoe. Dit gaat vanwege ervaring en vakmanschap min of meer op gevoel, door eigen inzicht aan te vullen met inzicht en kennis van anderen. Dus door aangroeiende ervaring. In organisaties gaat dit proces bijvoorbeeld via scrum.

    In de jazz gaat dit via ‘oefening baart kunst’ en constante toetsing met peers en voorbeelden uit de muziekgeschiedenis. Tussentijds overleg je effectief met je collega’s in je (High Performance) team.
  2. Geen strategie
    Je werkt naar een doel en stelt continue actuele aannames, bevindingen en resultaten bij. In muziek oefen je bijvoorbeeld voor een uitvoering van een stuk of voor een rol in een orkest. Luisteren en leren is belangrijker dan je ego fêteren. Je mixt je eigen stem met de stem van je teamleden op weg naar kwaliteit en resultaat, en niet naar (kortdurend) effect.
  3. Extreme focus
    Tijdens je ‘sprint’ hou je de aandacht vast op wat je doet en wat je wilt en toets je uitkomsten (niets is definitief) aan je einddoel, bijvoorbeeld een opname of uitvoering. Uiteindelijk gaat ‘werken’ om een mix van performance, entertainment en plezier.
  4. Taskforce
    In professionele organisaties noemt men dit multidisciplinaire teams of High Performance Teams. Ik spreek liever van een taskforce: met grote precisie en extreme focus werken. In de muziek: de leden hebben aanvullende kennis van instrumenten, muziekgeschiedenis, historisch belangrijke opnamen en dergelijke, en komen zo op een vanzelfsprekende en natuurlijke wijze tot hun performance.

    Het gaat niet om weten maar om willen weten en begrijpen. In een R&D setting komt de groep stap voor stap tot een resultaat, en het volgende resultaat. Schetsmatig werken dus. Eindresultaat bestaat niet. Let op: perfection is the evil of good.
  5. Gezamenlijke taal
    De jazz-lingo bestaat uit honderden stijlfiguren die horen bij de bagage van een ervaren muzikant. Per individu ontstaat een persoonlijke en individuele toepassing die leidt tot een eigen stem. Een stem die herkenbaar is voor elke jazzmuzikant, want hij/zij herkent de ingrediënten.

    In combinatie met de eigen achtergrond, eigen wil, discipline en specifieke aanpak leidt dit als het goed is tot een intuïtieve manier van werken.

    In vloeiende bewegingen is het mogelijk dat musici met verschillende achtergronden probleemloos met elkaar kunnen musiceren. In the moment: aftellen, luisteren en meedoen. Voorwaarden: improviseren en snel denken. En leren; altijd blijven leren.
  6. Feedback
    Jazz is een lifestyle, een mind-set. Doel is om elk moment van waarde te laten zijn. Meditatief. Spiritueel.

    Een uitvoering in de studio is daarbij net zo waardevol als een stadion-gig. Met of zonder toeschouwers, maakt niet uit. Het resultaat is bijna heilig maar ook weerloos, kwetsbaar en altijd klaar voor verandering en aanpassing. Iedere bijdrage telt en mag dus door elke deelnemer kritisch beschouwd worden. Opbouwende kritiek zorgt voor nog betere resultaten.

    Werkt dit niet? Dan hoor je niet in de groep thuis. Niet boos zijn: voor iedereen is een plek. Alleen niet altijd op het moment waarvan je denkt of wilt goed te zijn.

Alles draait om vertrouwen

Alles draait om vertrouwen en werken in optimale condities waar jij en anderen maximaal tot hun recht komen. Zonder teveel druk, maar met gezonde spanning. Ik hou er van. Zo wil ik werken.

“Making the simple complicated is commonplace.
Making the complicated simple, awesomely simple, that’s creative.”

Charles Mingus

Decennia keek ik naar geklungel van organisaties en gepruts binnen projecten. Sinds een jaar of tien weet ik dat werken zoals ik het fijn vindt een naam heeft en ‘agile’ heet. Wendbaar blijven en wendbaarheid geven, fouten toestaan en in een groep stap voor stap beter worden, elkaar gunnen samen door te sjouwen en met plezier te werken. Steeds meer organisaties ontdekken dat deze, voor mij inmiddels natuurlijke, vorm van werken duurzame resultaten oplevert.

Luistertip

Ik sluit af met een luistertip. Uiteraard met een opname van muzikanten die zich net als ik van conventies niet veel aantrekken en beiden kenmerkende stemmen op hun instrument zijn.

Altsaxofonist Lee Konitz overleed in april 2020. Konitz speelt hier ‘I should care’ met Hein van de Geyn, die in 1977 besloot contrabas te gaan studeren en in 1980 naar de USA vertrok om daar min of meer via de jamsessie-methode jazz te leren spelen. Ook Hein is een unieke stem in de jazz van de afgelopen 40 jaar. Geniet van deze track van een voor mij uiterst dierbaar album:

NB. Vele blogschrijvers gingen mij voor en publiceerde stukken over de overeenkomst van jazzmuziek met agile werken. Zoals deze ‘Scrum is like Jazz — it works best when you play and improvise’ van Maarten Dalmijn.