How we spend our days is how we spend our lives

Juni 2023 – Generaliseren is niet mijn favoriete bezigheid. Sterker nog, ik erger me irritant (sic.) aan het ge-we en ge-ons, bijvoorbeeld in landelijke media en tijdens lokale borrelpraat. Lang niet alle gespuwde algemeenheden gelden voor alles en iedereen. Dus wat moet ik er mee…?

Heel af en toe kom ik een uitspraak tegen die alle wetmatigheden en afspraken tart, mijn ogen doen knipperen en de tijd even stilzet. Een jaar of wat terug lukte het Annie Dillard (1945, Pulitzerprijs 1975), met een treffende quote uit haar boek The Writing Life (1989).

The Writing Life is een krachtig geschreven verantwoording waarom Dillard schrijft, hoe en waar. Haar leven met woorden beschrijft grappige, krachtige en ontluisterende situaties die herkenbaar zijn voor iedereen die zich kan en wil verplaatsen in een schrijver. Nou ja, dat wilde ik wel.

Situaties die iedereen tegenkomt, zorgen vaak voor beschrijvingen die iedereen herkent. Om er vervolgens het zijne of hare van te vinden. Toen ik de zin van Annie las, duurde mijn ‘zijne’ langer dan een ogenblik. Heel veel langer.

“How we spend our days is, of course, how we spend our lives.

What we do with this hour, and that one, is what we are doing.”

In een reflex bedacht ik wat haar uitspraak voor mij betekent. Wat er na het lezen door mijn hoofd ging, weet ik niet meer. Maar dat het me dagen bezighield, herinner ik me nog goed. De echo van die dreun laat mij niet meer los.

Nadreunen

Belangrijk is te weten dat ik niet iemand ben die zich verliest in de sleur om telkens en veel van hetzelfde te doen. Wie mij kent, begrijpt direct dat mijn eclectische aard en multi-subject manier van werken, praten en doen zo goed als haaks staat op een leven waarbij elke dag een voorspelbare herhaling van zetten is. Van de hak op de tak, dwars door elkaar en zonder duidelijke prio’s een takenlijst afwerken en nog doelen halen ook? Ik kan dat.

Wat ik (sinds een jaar of twintig) wel heel goed begrijp, is dat mijn omgeving behoefte kan hebben aan regelmaat. Sterker nog, de meest mensen (collega’s, vrienden en kennissen) zijn gebaat bij een leven met niet teveel verandering, aanpassing en ander ongemak.

Nou ja, kijk om je heen en trek zelf je conclusies. Die kan ik niet voor je invullen. Als een paal boven water staat dat routine en discipline een succesvol en samenhangend leven oplevert, mits onverwachts ongemak de boel ophoudt. Er zijn bibliotheken over vol geschreven.

De natuur geeft het goede voorbeeld: het ritme van de seizoenen is een voorwaarde om stap voor stap onvermijdelijke verandering geleidelijk in goede banen te leiden. Elke dag je tanden poetsen is dat eigenlijk ook. Een dagje overslaan kan geen kwaad. Of poetsen voor jou wel of niet een dagelijkse bezigheid is, maakt het verschil of je zonder kunstgebit of andere narigheid verder kan leven. Ik begrijp van ervaringsdeskundigen dat het nogal wat uitmaakt.

Ik moest, nog niet zo heel lang geleden, mijn ‘chaotische of grillige wijze van leven’ bijstellen om aansluiting te houden met mijn omgeving.

How I spend my day

Enfin. Ik was een jaar of tien geleden best bereid om ‘the way I spend my days’ aan te passen en daarmee mijn medemens tegemoet te komen. Ik begrijp de behoefte aan veiligheid, het geruststellende gevoel dat er een stapel taakjes op je wacht die absoluut afgewerkt moet worden. Ondertussen heb ik ontdekt dat de wereld niet vergaat als ik af en toe verzuim in mijn sleur. Juist dat ‘uit de band springen’ maakt voor mij ‘how I spend my life’.

Het blijft een beetje schipperen. Succes en plezier!

“How we spend our days is, of course, how we spend our lives. What we do with this hour, and that one, is what we are doing.

A schedule defends from chaos and whim. It is a net for catching days. It is a scaffolding on which a worker can stand and labor with both hands at sections of time.

A schedule is a mock-up of reason and order – willed, faked, and so brought into being; it is a peace and a haven set into the wreck of time; it is a lifeboat on which you find yourself, decades later, still living.”

Annie Dillard (1945, Pulitzerprijs 1975), uit The Writing Life (1989)