Puglia & Basilicata (7/7): Corato ontdekken

Woensdag 13 april 2016 – Jammer, de grotten rondom Matera gingen we niet halen. De combinatie ochtendspits en het ontbreken van parkeermogelijkheden gooiden ons schema in de war. Dan maar niet. We besloten ons geplande grottenuitje te cancellen. Jammer. Dag parkeergrot, Pedal To The Metal en wegwezen. 

Centro Matera stond stond ramvast en die situatie droeg niet echt bij aan de sfeer in onze Skoda Fabio. Zonder meer een domper. Een beetje bedrukt reden we richting Corato. Maar niet zonder eerst Altamura te bezoeken.

Keej kijk eens, een Italiaanse klassieker in Basilicata: een guitige FIAT 500 achter een FIAT Panda. Het viel ons op dat fraaie oldtimertjes in dit deel van Italië dun gezaaid zijn. Tijdens onze laatste dag zagen we nog een knappe rode Alfa Romeo Spider Coda Tronca en daar bleef het bij.

In het schitterende Altamura was helaas geen AirBnB want anders was dit onze 3e slaapplek geworden. We hielden ons hart een beetje vast en spraken allebei de hoop uit dat deze dag ons niet nog meer onheil zou brengen. Sinds het vertrek uit Matera bleek het tegendeel waar.

We parkeerden onze Fabio dichtbij het centrum en op een ruime plek, de wandeling naar het aangename parkje waar we onze lunch nuttigden was cultureel historisch zeer verantwoord en op weg terug naar onze auto dronken we onze Americano’s op misschien wel het prettigste terras van deze vakantieweek.

Met uitzicht op een fraaie kerk en een leuk plein vermaakten we ons prima met zicht op het pauzerende werkvolk en een verdwaalde monnik in passende kledij.

We komen nog eens terug voor een uitgebreidere inspectie van Altamura. Tegen lunchtijd treffen we een compleet uitgestorven Corato aan. Echt, woonde hier wel mensen? Via de Tom pruttelden we naar ons AirBnB-adresje.

Het werd ons niet helemaal duidelijk waar we nu ècht moesten zijn. De wirwar van haaks op elkaar staande straatjes, de onduidelijke naamgeving en een straatdronken Tom werden ons teveel en we parkeerde Fabio ergens in de buurt van waar wij dachten dat Casa da Sogno zou zijn: een stil en eigenlijk te krap straatje om doorheen te rijden. Mochten we hier wel parkeren? Fabio zou de doorgang blokkeren. We deden het toch maar.

Eigenaar Giuliano was gelukkig telefonisch direct bereikbaar: “Ik zie jullie op het Piazza Simon Bolivar!” Keej, niemand op straat om de weg te vragen, GPS fail, een vreemde taal, wat nu? Misschien deed de GPS van een Residente het wel. De op een bankje gezeten rustig appende papa met spelend kind (ook hier kijkt iedere Millennial op z’n foon) zou wel eens een stap in onze juiste richting kunnen zijn. De aardige vader sprak zelfs Inglese en leende ons zijn kostbare data en batterij-energie. Dat laatste was te weinig voor een peiling.

En toen overkwam ons iets dat in Nederland niet snel zou gebeuren: papa liep naar zijn auto om daar vóór ons te zoeken en te vinden en liep zonder morren terug om het verlossende antwoord te geven. Wow. Ongevraagd. De navigatie van zijn Renault Scenic gaf aan: 2 blokken verder. Respect hoor.

Thuiskomen

Die echte ‘tijd voor elkaar’ en dat contact maken deed wat met me en bleef me bij. Ik ben het eigenlijk niet meer gewend en verwacht van mensen die ik niet ken geen gerichte aandacht. Sterker nog, ik verwacht een duidelijke negering of in het beste geval een terloopse afwijzing.

Ik omring me bij voorkeur met mensen die waarde hechten aan de relevantie van dergelijke kleine gebaren en momenten. Daar hoort een traditie van fatsoen, respect en geduld bij, die trots wordt uitgedragen in een vanzelfsprekende vorm van aandacht voor elkaar. Ik voel me er erg fijn bij. Zo wil ik het.

Juist omdat deze levenshouding voor de Zuid-Italianen niet iets incidenteels is en het niets met beleefdheid maar eerder met respect voor de ander te maken heeft, wordt iets evidents als een vraag stellen behandeld als een serieus contactmoment.

En Corato eng? Integendeel. We voelden ons er thuis. Met iedereen die we aanspraken hadden we een aangenaam babbeltje. Met beide benen in Het Nu zorgde bij mij voor meer bewustwording. Genieten werd een vanzelfsprekendheid. Domweg gelukkig in Corato, zeg maar.

Tijd bestaat niet

Terug naar Piazza Simon Bolivar. Wat mij betreft niet echt een plein om af te spreken, want onoverzichtelijk. Lilian bleef er wachten maar ik slenterde door naar het belendende plein waar ik de kansen op een ontmoeting met Giuliano iets hoger inschatte: het ruimer opgezette maar eveneens op dit tijdstip oorverdovend desolate Piazza Sedile. Nadat ik een paar foto’s had gemaakt kwam er een Cliootje aangetuft. De chauffeur parkeerde achteloos – as you do – en dus plotseling ‘ergens’ op het plein en stapte uit. Hij keek wat rond. Was hij op zoek naar ons?

Ik sprak hem aan. Dit was duidelijk niet onze Giuliano. Hij vertelde over zijn eigen B&B gelegen aan dit plein. Geen AirBnB, we vonden er daarvan in Corato immers maar een, de onze. Na een prettig gesprek – iets anders lukt niet met de altijd vriendelijke en geduldige Zuid-Italianen – kwam Lilian bij ons staan en een tel later voegde ook de echte Giuliano zich bij het gezelschap. Ciao en door, op naar onze Casa da Sogno. Een paar minuutjes slenteren, zoals eigenlijk alle bestemmingen hier. Ver bestaat niet. Tijd bestaat niet. Alleen doelen bestaan. En we nemen er de tijd voor. Een goed voornemen.

Genoeg gefilosofeer nu en tijd voor verwondering. Ons straatje had een heerlijk massieve en compacte architectuur. We waren inderdaad eerder op de middag door dit krappe straatje gereden. De smalle, kaarsrechte en best lange en koele steegjes lenen zich veel beter voor voetgangers. Het was er stil met op de achtergrond de ruis van binnenhuisgeluiden gemengd met het gefluister van een sluimerende stad. Giuliano opende twee zware, forse, grijs geverfde houten luiken. Ons verblijf voor de komende twee dagen: een ruime en frisse kerker. Maar dan aangenaam.

Welkom

We moesten even wennen aan de donkere vierkante, brede en hoge ruimte. In een oogopslag zagen we een centrale zitplek, een toegang naar toilet en douche, een keukenhoek (met een 2-pits elektrisch fornuis in een gezellig aangelichte nis) en een eettafel met een schaaltje Taralli en een schaal met vers fruit. We voelden ons erg welkom. Een zwart stalen frame was slim boven de keukenruimte geplaatst. Via de trap omhoog stapte je zo je slaapruimte in.

Giuliano gaf kort en goed de toeristische highlights van en rondom Corato aan. Het Castello Castel del Monte mochten we niet overslaan. Vooruit dan maar. Maar eerst Caffè met de gepresenteerde knabbeltjes. Bye bye Giuliano, Grazie. Als er iets was of als we iets wilden weten mochten we hem direct bellen. Donderdagochtend (ons vertrek) konden we de sleutel achterlaten bij de Tabaccheria om de hoek. Rapidamente pakten we uit, dronken een koffie (zo’n mini espressokannetje wil ik ook) en we bedachten dat het goed was om de lokale gewoonte over te nemen: deurluiken open, stoelen buiten en op straat koffiedrinken. Helemaal Bene.

Room with a view

Altijd spannend, zo’n eerste wandeling door een onbekend stadje. Op de kaart zag het er overzichtelijk uit. Een centrale kern met daaromheen ‘onze’ wijk (nog nèt de oude stad) en daar weer omheen de stad zoals je ’m kent als je Corato binnenrijdt. Niet echt uitnodigend, zoals bijvoorbeeld Altamura dit wel was.

Het liep inmiddels tegen vieren en heel langzaam werd het straatbeeld iets levendiger. We vonden een cafetaria met een typische feature. In de wand, boven de toog, was een raampje gemaakt. Een Frans balkonnetje en twee kleurige luikjes suggereerden een ‘buiten’. De eigenaar vertelde trots zijn zoon via dit raam zo de bar inkeek. Leuk. Zoonlief speelde niet op zijn jongenskamer maar in de bar met zijn knuffels. Tja, hij kende het uitzicht al.

Eten en drinken

Even opfrissen en een restaurant zoeken. Aan terrasjes doen ze in Corato niet. Daar is te weinig plek voor. We vonden twee wiebelige tafeltjes waar net gelegenheid tot zitten was. Midden op de krappe stoep. Tja, je moet toch wat. Peroni dan maar weer. Half acht was nog lang niet de tijd om aan tafel te gaan. Maar we hadden zo’n honger! Een Schotse pub (?!) bracht uitkomst. Geweldige tap, ongelofelijk veel, vers en lekker eten voor een prijs waar je in Punt NL nog geen kaasplankje voor kunt krijgen. Aardig personeel ook. Toen we klaar waren liepen we de drukte van de stad in. Waar is hier een bar?

We vonden een pleintje met een aantal jongerencafé’s en besloten niet uit de toon te vallen. Wat een heerlijke dag. Wat een heerlijke vakantie.

Castello ‘Castel del Monte

Terug naar het blogoverzicht