Maandagochtend 15 maart 2021 loop ik van Station Amsterdam Amstel, via de Weesperzijde langs de Amstel, naar de Weesperstraat. Een week later neem ik mijn camera mee. Klik op een foto om te vergroten.
Wat vooraf ging: deel 1 en deel 2
Foto’s 021, 022, 023 en 024
De Eerste Oosterparkstraat begint zoals veel straten in deze klassieke Amsterdamse buurt beginnen, typisch krap en vol met een grote variatie aan voertuigen en lukraak geparkeerde rommel. Naast prima praktische fietsen, geketend aan bijvoorbeeld een regenpijp, kom ik praktische elektrische autootjes tegen. Op de website van fabrikant Biro lees ik dat je vanaf 16.000 euro zo’n kek ding koopt. Pittig… Op weg naar een Groene Stad.
Halverwege de Eerste Oosterparkstraat veranderd het straatbeeld van krap naar ruim. En de Wibautstraat komt in zicht. Wellicht geeft dat lucht maar het wordt er niet gezelliger op. Links het ene scharrige horecazaakje na het andere en rechts grauwe nieuwbouwkantoren. Ik stel me zo voor dat zelfs een lentezonnetje op deze plek geen troost kan brengen.
Vlak voor de Kwik Fit garage versperd een flinke bus mijn weg. Maar ja, waar moet ie anders staan om zaken af te leveren? In de onafgebroken rij fietsrekken over de lengte van het fietspad is geen plek voor scootertjes, dus die kunnen niet anders dan op het trottoir worden gestald.
Het is duidelijk: parkeren, afleveren en bevoorraden betekent hier flink improviseren. En tolereren. Hier geen fietspad met een bord ‘auto te gast’ of brede promenade zonder obstakels. De voetganger heeft het nakijken.
Op Wibautstraat 12 bevindt zich Reclassering Nederland. Op de website lees ik “Voorkomen en verminderen van crimineel gedrag. Dat is het doel van Reclassering Nederland. Zo dragen wij bij aan een veiligere samenleving.” Deze ‘luchtplaats’ voorspelt niet veel goeds en nodigt zeker niet uit om even uit te puffen. Ik verbaas me over dit bouwwerkje. Het lijkt wel kunst… Rauwe Duitse anti-aanraak kunst.
Foto’s 025, 026 en 027
Ik loop verder. Na het passeren van de Bagels & Beans begint de Wibaut een zakelijk gezicht te krijgen. Links de Ruyschstraat, met op de hoek iets wat een heerlijk groen mini-parkje had kunnen zijn. Maar nee, men koos zowaar voor een afvalplek en fietsopslag.
In de jaren ’70 en ’80 stond Nederland bekend om het Dutch Design. Ontwerp dat uitblonk in krachtige en eenvoudige grafische weergaven van boodschappen. That was then. Wat er de afgelopen decennia mis ging, weet ik niet. Maar kijk hier eens naar. Het lijkt wel een puzzel. Met communicatie heeft dit niets meer te maken.
De entree van het Kohnstammhuis is ook al zo’n verwarrend tafereel. Het op de Wibautstraat 2-4 geplaatste en in 1958 opgeleverde gebouw is van een afstand best fraai. Ik zou zeggen, monumentaal smaakvol.
Hoe dichterbij ik kom, hoe vervelender het wordt. Om te huilen zelfs. Wikipedia spreekt van ‘een van de weinige zuivere voorbeelden in Nederland van architectonisch stalinisme.’ De Oostbloktreurnis en verwaarlozing van dit culturele erfgoed is pijnlijk en kenmerkend voor hoe ons land omgaat met haar cultuur.
Tot 1994 huisde hier de Belastingdienst. In 2011 neemt de Hogeschool van Amsterdam (HvA) dit eens hoogste kantoorgebouw van Amsterdam in gebruik.
Foto’s 028, 029 en 030
Amsterdam is een stad met internationale allure, en dus moeten de boodschappen bij voorkeur in een taal die iedereen begrijpt. En het werkt. Het beeld van de Nederlandse zakenman en SDAP-politicus Florentinus Marinus (Floor) Wibaut (1859 – 1936) ziet louter schoon- en reinheid in de naar hem vernoemde straat.
Op het Rhijnspoorplein staat sinds mensenheugenis deze monumentale bank. Een degelijke stadssofa. Tussen 1843 en 1939 was het Weesperpoortstation hier gevestigd. Dit was het vertrekpunt voor de treinen van de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij naar Utrecht en Arnhem.
Het kruispunt (viaduct) over, richting Sarphatistraat en vlakbij metrostation Weesperplein. En ja hoor, ook hier weer een kluwen fietsen. Waarom geen nette, overdekte fietsenstallingen op strategische plekken in de stad? De fiets is dominant vervoer in Amsterdam en heeft in mijn ogen recht op fatsoenlijke en droge parkeerplekken. Dit is niets zo.
In de verte komt mijn eindbestemming al in zicht. Lees in deel 4 verder.