24 juli 2025 – Net als Pasolini is ook Kiefer geïnteresseerd in het levend houden van ongeschreven wetten en waarden. De feitelijke geschiedenis is een leidraad om zijn monumentale kunstwerken te realiseren. Hij werkt een handvol terugkerende thema’s telkens uit tot een eindbeeld en creëert een reeks visuele markeringen om voorlopig bij stil te staan.
Even later, soms decennia later, pakt Kiefer de draad weer op, kiest één van zijn thema’s en gaat opnieuw op weg naar een doel dat hij nooit zal bereiken. Hij spreekt zijn aan maniakale bezieling grenzende energie en doorzettingsvermogen aan om nieuwe eindbeelden te maken. Mateloosheid, vanwege zijn grenzeloosheid, is daarbij zijn deel. Ik vind het een ongekend fascinerend proces.
Anselm Kiefer (Donaueschingen in Zuid-Duitsland, 8 maart 1945) is een kunstschilder en beeldhouwer, aldus Wikipedia. Voor mij was hij de eerste kunstenaar die in één beeld een verhaal kon vertellen. Eind jaren 80* zag ik zijn Innenraum (Binnenruimte, 287,5 x 311 cm, 1981) aan de witte muur van het Stedelijk Museum Amsterdam hangen. Het ‘ding’ slokte mij op. Eigenlijk precies zoals een paar jaar eerder IKB 3 (Monochrome bleu, 199 x 153 cm, 1960) van Yves Klein dit in Centre Pompidou deed, alleen nu nog overweldigender.
En niet alleen vanwege het nog grotere formaat. Innenraum is fysiek en echoot meedogenloos de Tweede Wereldoorlog. Klein’s paneel International Klein Blue 3 explodeerde alleen maar in mijn hoofd. In de zaal van het Stedelijk liet Kiefer mij compleet vergeten wie ik was.
Vanaf het moment dat ik het boek Engelandvaarders van K. (Klaas) Norel las, begreep ik de verhalen van mijn in de oorlog naar Duitsland gedeporteerde vader van mijn moeder beter. Wat volgde was een onstilbare leeslust** die vanaf de zesde klas (nu Groep 8) tot aan de geboorte van mijn jongste dochter (2001) voortduurde. Met een allesverslindende en nietsontziende honger naar informatie over de jaren 1933 tot 1949 (einde Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog), bekeek en las ik alles over deze periode. Zo werd kennis begrip.

Innenraum, een beschrijving
Ik heb geen idee of er ook andere werken in die zaal van het Stedelijk Museum hingen, maar Innenraum drukte ze voor mij weg. Met zijn krachtige visuele retoriek gaf Kiefer mij ter plekke een nieuwe betekenis aan nazisme, architectuur en schilderkunst.
Ik studeerde toen aan de Haagse Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten en kwam langzaam los van de esthetische beelden van de lieflijke Romantiek, het zwoele Impressionisme en toch ook de vrolijke en kleurrijke expressionistische Cobra-schilders.
Van die laatste groep (Appel, Lucebert, Constant, Corneille, outsider Armando samen met abstract expressionisten zoals Robert Motherwell) spraken mij het materiaalgebruik, toepassing van zwart en de grofheid van de verftoets aan. Details leken minder belangrijk, maar in een zwaar opgezet werk als Innenraum ga je toch zoeken en vinden. De forse omvang staat toe dat je vanaf het eerste moment, bijvoorbeeld nog lopend in een andere zaal, tot op aanraakafstand probeert te begrijpen wat je ziet. Je ziet dus steeds meer. Zeker als je er met je neus tegenaan staat. Dat komt aan, als je begin twintig bent.
Details in olieverf, acryl, schellak, doek, stro en emulsie gaan over tactiliteit (hoe iets aanvoelt), reuk en andere zintuiglijke beleving van materiaal. Eenmaal bekomen van die ervaring volgt een ‘second opinion’ als je weer wat afstand neemt.
Kiefer benadrukt de zwaarte en de historische verwijzingen. Wat direct opvalt zijn de architectonische details. De getoonde mozaïekzaal is een forse, raamloze ruimte met een hoog doorzichtig plafond. Innenraum is een afbeelding van de door Albert Speer ontworpen en in 1939 opgeleverde Rijkskanselarij, de traditionele naam van het kantoor van de Duitse Reichskanzler. Ten tijde van het Derde Rijk was dit Adolf Hitler. Het gebouw bestaat niet meer. De ruïnes en restanten werden in opdracht van de Sovjets in 1949-1953 afgebroken.
Met deze wetenschap kijk je toch anders naar dit beeld. Het weerspiegelt de sombere en beklemmende sfeer die de last van de Duitse geschiedenis en de gevolgen van de oorlog aangeeft. Het is een wrange herinnering aan het machtscentrum van het naziregime en de beslissingen die daar werden genomen. Die oorlog, en de aanleiding, lijkt nu ver weg en bijna vergeten. Eind jaren 80 was er geen ontkomen aan.
Er ging geen teevee-avond voorbij zonder een serie of documentaire over dit onderwerp. In talkshows, actualiteitenprogramma’s en dagbladen kwamen nazi-jagers aan het woord, vertelden schrijvers over hun op de oorlog geïnspireerde boek of toonden kunstenaars voorstellen voor monument of herdenkingsinitiatief. Pas rond de eeuwwisseling verdween de Tweede Wereldoorlog langzaam uit de media.
Wie van mijn generatie in Rotterdam geboren is, herkent de aantrekkingskracht van de oorlog. Niet alleen vanwege het bijna alles verwoestende bombardement en de daaropvolgende wederopbouw, maar ook vanwege de verhalen van familie en kennissen die de oorlogsjaren bewust meemaakten. Tel daarbij op de bekende Nederlanders die in Rotterdam werkte of er waren geboren, zoals schrijver en dichter Jules Anton Deelder, Historicus en directeur van het NIOD Lou de Jong, cineast Louis van Gasteren, journalist Aad Wagenaar, meestervervalser Han van Meegeren en Feyenoord-icoon Coen Moulijn, en het is voor stadgenoten zo goed als onvoorstelbaar om immuun te zijn voor de geschiedenis van Rotterdam.
En nu verder…
Vanaf dat moment, eind jaren 80, verdiepte ik me in de verkenning van Kiefer van thema’s als geschiedenis, mythologie, filosofie, literatuur, alchemie en landschap. Samen met zijn fascinatie voor de oorlog, originaliteit (want einzelgänger), krachtige beeldentaal en plastisch beeldgebruik waar esthetiek ondergeschikt lijkt aan verhaal, herken ik in hem een lotgenoot die er genoegen in schept om met hard werken interessante resultaten te halen die niets of niemand hoeven te dienen of te behagen. Bovendien gelooft Kiefer in het leven dankzij de dood, is bij vlagen destructief en geeft het lot de kans die het verdient. Ik herken overeenkomsten met Pasolini en pak de handschoen op.
Maar zodra de oorlog in de achtergrond opgaat, verdwijnt ook Kiefer uit mijn hoofd. Totdat ik in de lente van 2025 in een boekhandel in Amersfoort de catalogus ’Sag mir wo die Blumen sind (7 maart – 9 juni 2025)’ opensla en koop. Hiermee start ik mijn interesse in Kiefer opnieuw op. Een dag eerder zag ik bij toeval op teevee het programma Het Uur van de Wolf met daarin de documentaire Anselm van Wim Wenders. Er is in de tussentijd veel gebeurd.
Nog steeds verwerkt Kiefer basiselementen van de natuur zoals, vergankelijkheid, sterfelijkheid, eindigheid, imperfectie, en geschiedenis, continuïteit, overdracht, overlevering, traditie en tijdloosheid op overweldigende wijze in uiterst krachtige beelden met een zeggingskracht die zelfs hen die van niets weten genadeloos zullen overrompelen. Ik ontdek dat Vincent van Gogh een inspiratie was en is, sinds hij op zijn 18e in de voetsporen van deze schilder delen van Europa verkende. Ik baal dat ik de tentoonstelling, in het Van Gogh Museum en in Het Stedelijk, niet kon bezoeken…
Nawoord
Wie, net als ik, graag in de huid kruip van kunstenaars, schrijvers en andere types die taboes doorbreken, zich durven uitspreken, ongefilterde meningen geven en zich uiten op manieren die niet gangbaar zijn, zal de levensloop van Anselm Kiefer aansprekend vinden. De film van Wenders is een aanrader.
Ik zie uit naar een komende tentoonstelling, hou zijn agenda in de gaten en bezoek binnenkort Le Marais. En misschien wel La Ribaute in Barjac. Ik kreeg terug dat dit jaar al is volgeboekt.
Noten
*) Ik schrijf ‘eind jaren 80’, maar het zou best eens de tentoonstelling Energieën (1990) kunnen zijn geweest.
**) Niet alleen het boek van Norel voedde mijn leeslust. Mijn vader, van Rotterdam 1944, vertelde graag en veel over wapentuig, vaar- en voertuigen en met name vliegtuigen. Boven mij bureau hing jarenlang een poster met de belangrijkste bommenwerpers en jachtvliegtuigen uit de Tweede Wereldoorlog.
. . .
London: Kiefer / Van Gogh exhibition, 28 June – 26 October 2025, The Gabrielle Jungels-Winkler Galleries | Burlington Gardens, page, book via Royal Academy here