Puglia & Basilicata (2/7): Polignano a Mare ontdekken

Vrijdag 8 april 2016 – Altijd spannend, zo’n eerste nacht. Over de bedden niets dan lof en ook de douche werkt naar behoren. Er is na 5 minuten warm water, wat in de Mediterrane regio een klein wonder mag heten. De douchecabine is iets aan de krappe kant en wij vroegen ons af hoe de iets gezettere gast hierin past, laat staan zijn of haar voeten kan wassen. Zo krap dus.

Na een oploskoffie gaan we op zoek naar een artisanaal brood, plus dito beleg en een Caffè Americano. Artisanaal klinkt enger dan het is. Het is eigenlijk een raar woord voor ‘niet door de voedselindustrie verziekt voedsel’. Met een lege maag door de stad lopen, is nog wel een dingetje. Als de buit eenmaal binnen is, blijkt het de horror van een lage bloedsuikerspiegel en een knorrende maag meer dan waard. Op ons ontbijtje thuis kunnen we niet wachten dus bij de verplichte koffiestop kiezen we alvast voor flink besuikerde croissantjes om de tocht van minstens een halve kilometer naar onze AirBnB te kunnen overleven.

Dolce far niente

Op het programma van vandaag: boodschappen doen en lunchen, een beetje door Polignano a Mare sjokken en terrasjes pakken. Dat gaat ons prima af en we ontdekken al snel dat je met een paar rondjes de oude stad Polignano snel gezien hebt. Dat krijg je er nu van als je op de beste plek van de stad bivakkeert aan een pleintje dat zo de TripAdvisor Top-3 in kan van fijnste plekjes in Zuid-Italië.

Wat we erg waarderen is de lokale gewoonte van de uitbaters om bij een bestelde consumptie tevens lokale knabbels (Taralli) en de allerlekkerste olijven ooit te serveren, zonder deze op de altijd uiterst schappelijk Conto te vermelden. De prijzen zijn sowieso aan de lage kant. Nice.

Zonder nu overdreven uit te wijden over de onweerstaanbare kwaliteit van de stadssuper – even buiten het centrum, dus even Fabio aantrappen – is het toch wel vermeldenswaardig om aan te stippen dat Nederlandse speciaalzaken een voorbeeld kunnen nemen aan de in Zuid-Italië aangeboden supermarktwaar. Die blijken naast ‘uitmuntend en overdadig’ ook nog eens op niveautje Aldi geprijsd te zijn.

Gino & Gina zijn gewend om hun Fiatje Panda vol te laden met dagverse vis, artisanale kazen en broden en een overdaad aan vlees en groente waar maître Jonnie Boer hebberig van zou worden. Over glutenvrij doen ze hier niet moeilijk en ook eerlijke biospulletjes zijn zonder meerprijs uit de schappen te trekken.

Die super dus: midden in de zaak trekt een met dikke brokken Parmesan gevulde kruiwagen onze aandacht. Afgeprijsd en bijna voor niets en klaar om in ons winkelwagentje gemikt te worden. Net als de ontelbare soorten Salame, de – met de handgesneden: Prego! – knetterverse Pane en de voorraad Bevande Alcoliche waar blijkbaar in Italia geen taks op wordt geheven. Wat een prijsniveau. Letten we even op? Het spreekt voor zich dat Lilian ’s avonds met deze ingrediënten weer een wereldmaaltje zal bereiden.

Oostenrijkse bejaarden

Ook nog wel aardig om te vermelden is DE trekpleister van Polignano a Mare. Het gaat om de baai met uitzicht op de op de rotsen gebouwde oude stad. Bekend van de lokaal aangeboden koelkastmagneten en sneeuwbollen, voor de liefhebbers in ruime mate verkrijgbaar in de tientallen toeristenwinkeltjes en Tabacchi. Deze attractie, ook uitgelicht als plaatje bij het Wikipedia-artikel over Polignano a Mare, is een absolute must see. Maar niets haalt het bij ‘the real deal’ en ook wij werden als koelkastmagneten aangetrokken.

Nu is het toeristenseizoen nog niet aangebroken – al worden we bij een uitzicht wel al weggeduwd door een groepje enthousiaste Oostenrijkse bejaarden – maar ik durf te wedden dat vanaf mei horen en zien je vergaat en je struikelt over zwermen dagjesmensen gehuld in kleurig fleece en exotisch gekleurde footwear. Alleen een handvol classy geklede Italiani zijn nu ons deel en het spreekt voor zich dat we niet uit de toon vallen. Laten we het erop houden dat mijn SS-Rotterdam cap een hint was om de locals bezig te houden. “Vieni Dall’Olanda?”

In het lage tempo en in deze aangename temperatuur is het goed toeven. Voor we er erg in hebben, is het alweer tijd voor de avondmaaltijd. Een belofte. Tot grote schrik komen we er in de keuken achter dat er zonder peper en zout gekookt moet worden. Dat geeft helemaal niets. De combinatie van de rijke smaak van de kip en de tomaten en de vaardigheid van Chef Havermans zorgen voor toverpasta die tot op de laatste Penne opgaat.

Afwassen, omkleden en de vrijdagavond in. Dat geeft een bijzonder ander stadsbeeld dan overdag. Opeens blijken er overal barretjes open te zijn, vullen nog meer Macchinas de hoofdstraat Via Pompeo Sarnelli en is er vooral heel veel volk op de been. Om dit eens goed te bekijken vleien we ons neer op een van de vele witstenen bankjes van het hoofdplein, Piazza Aldo Moro.

Niet zo maar een naam. De bekende, in 1978 door de Rode Brigades vermoorde, Italiaanse premier werd in Lecce (Puglia) geboren. Ik ga er niet verder op in maar Italië was tijdens zijn twee ambtsperioden om vele redenen ongelofelijk interessant. Wel noem ik nog de naam Kissinger die in verband word gebracht met deze laffe misdaad. Denk aan andere politieke moorden zoals die op Pier Paolo Pasolini. De wereld ziet er in de jaren ’70 beslist grimmiger uit dan nu. En de massa had geen idee wat er allemaal achter zat. Misschien schrijf ik nog eens een longread over Moro.

Piazza Aldo Moro

Even terug naar de paradijselijke werkelijkheid. Wat ons tijdens onze avondwandeling opvalt, is dat de oudere mannetjes eindeloos het Piazza Aldo Moro op en neer lopen. De dames pakken het slimmer aan en bezetten de witstenen bankjes smikkelend van romige Italiaanse ijsjes, een versnapering die ze wellicht koesteren voor een vrijdagavond. De functie van een plein: een ontmoetingsplek. Wat een armoe dat moderne planologen Nederlandse burgers hiervan onthouden. Ook hier: bij zin en tijd schrijf ik er eens over.

Al dat gekijk maakte dorstig en dus gaan we op zoek naar een bar met terras. ’s Middags beviel de Peroni ons uiterst goed dus de keuze is snel gemaakt: Dove Servono Birra Qui? De bediening vind het iets vreemd dat Lilian ook voor een Forte gaat. Dames drinken in Italia wijn, water of een soft drink, maar zeker geen bier. Dikke pech Angelo en bedankt voor de gastvrijheid, fijne olijven en de onmisbare Tarallini. Ook hier weer een rekening die we even tweemaal moesten bekijken. Je kunt met een broekzak vol losse muntjes een fijn avondje stappen.

We zitten midden in de levendigheid van het avondleven van Polignano. Het wordt ons duidelijk dat hier heel andere wetten gelden dan in het Westerse en ‘geregelde’ Nederland. Met een beetje oog voor de omgeving vallen ons de vaste rituelen op: mannetjes die vanuit strategische plekken – en vast al tientallen jaren – hun vrijdagavondvrienden begroeten, een Nazionali Senza Filtri roken of een glaasje drinken. De Tutti Giovani lopen meestal in groepjes, luidruchtige jongens of smartphone volgende meisjes, en op de Via Roma zijn de wat hippere wijnbarretjes waar de jeugd staand aan de Bianco of Aperol nipt.

Na enkele rondjes hoofdstraat, met af en toe een uitstapje naar een lonkende damesmode- of schoenenzaak in een van de ontelbare zijstraatjes, sluiten we de avond af met een glaasje Rosatto en een lokaal bittertje op het terras van ons restaurantje op Piazza Fulvia. De zwangere eigenaresse herkent ons en verbetert in steenkolen Engels ons steenkolen Italiaans. Tegen twaalven is het welletjes. Met aangepaste tred schuifelen we huiswaarts.

Tot onze grote schrik ontdekken we dat er schuin onder ons fijne kamertje een lel van een bar achter een garagedeur tevoorschijn is gekomen. Tot in de kleine uurtjes besluit de clientèle dat het buiten net zo gezellig als binnen is. Maar hoe luidruchtig ook, het lukt het volk niet ons uit de slaap te houden.

Next: Verder naar Reisverslag Dag 3
(3/7) Zaterdag 9 april 2016: naar Alberobello, Trulli kijken

Terug naar het overzicht